Steun ons en help Nederland vooruit

Publicaties

Vragen en antwoorden zonnepanelen op braakliggende terreinen

Vragen van: P. de Beer
Antwoorden van: College van Burgemeester en Wethouders
Onderwerp: Beantwoording vragen ex art 41 RvO inzake zonnepanelen op braakliggende terreinen

Vraag 1.

  • Deelt uw College met ons de mening dat (grootschalige) plaatsing van zonnepanelen op braakliggende terreinen zowel duurzaamheidsdoelstellingen als economische doelen dienen en dat, na een periode van trage voortgang, realisatie nu echt prioriteit dient te krijgen?

Antwoord 1.

  • Wij delen uw mening dat grootschalige plaatsing van zonnepanelen op braakliggende terreinen kunnen bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen zoals de gemeente Breda zich zelf ten doel heeft gesteld . Op basis hiervan liggen er voldoende aanknopingspunten om met Breda DuurSaam tot overeenstemming te komen ten aanzien van de verdere uitwerking van het door hen overgelegde projectplan. Uit de verdere ontwikkeling van dit project moet blijken of een dergelijke voorziening ook een financiële basis biedt voor een dergelijke ontwikkeling van braakliggende terreinen .

Vraag 2.

  • Is uw college bereid om de komende maand te gebruiken om , voor het eerste opgepakte initiatief van BredaDuursaam, tot een concreet en afgerond voorstel te komen zodat er in 2013 een start kan worden gemaakt met de realisatie ervan?

Antwoord 2.

  • Door wethouder Akinci is de afgelopen maanden meermaals gesproken met de vertegenwoordigers van Breda DuurSaam . Doel van deze gesprekken is te komen tot een concreet voorstel voor een locatie en duidelijkheid te krijgen over de rol van de gemeente van binnen dit project. Het uitdrukkelijke streven daarbij is om ruim voor het einde van 2013 te kunnen beginnen met dit project.

Vraag 3.

  • Betrekt uw college daarbij de extra kansen die zich voordoen nu een nieuwe regeling is aangekondigd die onbeperkt salderen per 1 juli 2013 mogelijk gaat maken?

Antwoord 3.

  • De door u genoemde nieuwe regeling betreft een wetsvoorstel dat de wijziging omvat van artikel 31c van de Electriciteitswet. Als dit artikel in werking treedt mogen alle niet-bedrijfsmatige afnemers die zelf duurzame elektriciteit opwekken, die eigen opwekking onbeperkt verrekenen (salderen) met het eigen verbruik . De grens van 5000 kWh vervalt dan voor de opwekkers van duurzame elektriciteit. Deze salderingsregeling is niet van toepassing op het project zoals voorgesteld door Breda Duursaam . De opzet zoals nu voorzien door Breda DuurSaam moet financieel echter gezien ook zonder deze regeling mogelijk zijn . Daarnaast is er ook nog het Energieakkoord van de SER in wording, die wellicht ook nog invloed heeft op de rendabiliteit van dit project.

Vraag 4.

  • Betrekt uw College daarbij de extra kansen die zich voordoen in de vorm van het opgerichte Provinciale Energiefonds?

Antwoord 4.

  • Het project van Breda DuurSaam staat op de lijst van projecten die mogelijk in aanmerking komen voor een bijdrage uit dit fonds. Deze bijdrage richt zich met name op de ondersteuning van de organisatie . De provincie heeft nog geen besluit genomen over een bijdrage aan Breda DuurSaam.

Vraag 5.

  • Ziet uw college naast het initiatief van BredaDuursaam nog andere kansen voor opwekking van duurzame energie op braakliggend terrein? Bent u bereid om een quickscan uit te voeren voor eventuele geschikte locaties (binnenstedelijk, aan de rand van stedelijk gebied , mogelijke locaties buitengebied) die beschikbaar kan zijn bij de bespreking van de Structuurvisie 2030?

Antwoord 5.

  • De gemeente is betrokken bij een aantal projecten ten aanzien van duurzame energie, zoals de biogas-WKK bij Nieuwveer en de windturbines op Hazeldonk. De gemeente beschouwt het project van Breda DuurSaam als een pilot-project ten aanzien van zonnepanelen. Op basis van deze ervaringen wordt beoordeeld of er een basis is om hier verder mee te gaan . De structuurvisie bepaalt in welke gebieden de gemeente ontwikkelingen voorziet. Dit biedt zicht op welke locaties mogelijk als braakliggend terrein betiteld kunnen worden en als potentiële locatie voor duurzame energie in aanmerking komen . Daarbij merken wij wel op dat het ‘oogsten van zon’ ook een keerzijde kent, aangezien zonnepanelen de concurrentie aangaan met areaal dat in potentie ook gebruikt kan worden voor andere doeleinden, of met open, groene ruimte. Dit laat onverlet dat het college positief staat tegenover het initiatief van Breda DuurSaam en welwillend meewerkt aan een snelle realisatie van dit vooralsnog unieke project.
 
Gepubliceerd op 18-05-2013 - Laatst gewijzigd op 22-11-2018