Steun ons en help Nederland vooruit

Publicaties

Vragen en antwoorden gemeentelijke aansprakelijkheid wegenonderhoud

Vragen van: M. de Bie
Antwoorden van: College van Burgemeester en Wethouders
Onderwerp: Beantwoording vragen ex art 41 RvO inzake gemeentelijke aansprakelijkheid wegenonderhoud

Vraag 1.

  • Heeft uw college kennis genomen van deze rechterlijke uitspraak?

Antwoord 1.

  • Ja.

Vraag 2.

  • Deelt u met ons de mening dat er mogelijk precedentwerking zal uitgaan van deze uitspraak?

Antwoord 2.

  • Op grond van artikel6:1741id 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) rust de risicoaansprakelijkheid voor schade , veroorzaakt door gebrekkige openbare wegen bij het overheidslichaam dat ervoor moet zorgen dat de weg in goede staat verkeert . Deze geldt voor de weg zelf, de constructieve ondergrond en de weguitrusting (een vangrail , bewegwijzeringbordjes etc.) . Voor aansprakelijkheid is vereist dat de weg niet voldoet aan de eisen , die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen en een gevaar oplevert voor personen of zaken. Een weggebruiker heeft ook een eigen verantwoordelijkheid en dient de nodige voorzichtigheid in acht te nemen. De wegbeheerder dient een gebruiker van de weg te wijzen op de (mogelijke) gevaren. De genoemde uitspraak gaat een stap verder, omdat de gemeente is veroordeeld voor dood door schuld vanwege aanmerkelijke nalatigheid in haar wegbeheer. De VNG zet in een eerste reactie vraagtekens bij een veroordeling voor dit soort zaken . Dit is niet de lijn van de Hoge Raad : overheden kunnen niet worden vervolgd bij zogenoemde exclusieve bestuurstaken, zoals wegenonderhoud. De gemeente Stichtse Vecht is niet tegen de veroordeling in beroep gegaan, waardoor de uitspraak niet getoetst wordt bij een hogere rechter.

Vraag 3.

  • Heeft uw college voldoende zicht op eventuele risicolocaties in Gemeente Breda?
    Met andere woorden is er een actuele inventarisatie van fietspaden, voetpaden, (on)verharde wegen etc., zijnde openbare wegen in de zin van de wegenwet, die in dermate urgente en onderhoudsgevoelige staat verkeren waardoor er mogelijk gevaar kan ontstaan voor de gebruikers ervan?

Antwoord 3.

  • Eenmaal per twee jaar laat het college een gecertificeerd bedrijf de onderhoudstaat van het gehele Bredase wegenareaal (totaal ca . 10 miljoen m2 asfalt en bestrating) inspecteren . Hierbij wordt de kwaliteit van de wegverhardingen (asfalt en bestratingen) visueel vastgesteld en stelt de gemeente een onderhoudsprogramma op om geconstateerde schades te herstellen. Daarnaast inspecteren medewerkers van de gemeente lopende het jaar de wegen, straten en stoepen op risicovolle schades. Een andere, belangrijke bron van informatie zijn de meldingen en klachten van Bredase bewoners en bedrijven over schades in wegen . Per jaar komen ca. 2.000 meldingen en klachten over wegen binnen (via de website, telefonisch , schriftelijk en mondeling). Op basis van de gegevens van de inspecties , meldingen en klachten heeft het college voldoende zicht op mogelijke risicovolle locaties. Op breda.nl kunnen burgers melding maken van schade aan wegen, straten of stoepen.

Vraag 4.

  • Wat beschouwt het College als tijdig en adequaat ingrijpen? Welke termijn wordt hierbij gehanteerd? Worden er waar nodig tijdelijke of waarschuwingsmaalregelen genomen en beschouwt het College deze als toereikend?

Antwoord 4.

  • Naar aanleiding van inspecties, meldingen en klachten laat het college de aard en het risico van de schade onderzoeken. De werkwijze is erop gericht om gevaarlijke situaties direct te onderkennen en prioriteit te geven. Hierbij wordt de gevaarlijke schade direct hersteld .. Als direct herstel niet mogelijk is wordt de locatie tijdelijk veilig gesteld door wegafzettingen en waarschuwingsborden te plaatsen en/of snelheidsbeperkingen in te stellen . De tijdelijk veilig gestelde schades alsmede de niet gevaarlijke schades worden in 95% van de gevallen binnen drie weken planmatig hersteld . In 5% van de schades is het niet mogelijk de schade binnen drie weken te herstellen door extra hersteltijd of extra benodigd budget. Uiteraard blijven de getroffen tijdelijke veiligheidsmaatregelen gehandhaafd totdat deze schades alsnog hersteld zijn. Het college beschouwt de werkwijze als toereikend.

Vraag 5.

  • Hoe is de financiële aansprakelijkheid van de gemeente geregeld en geborgd in eventuele gevallen van claims?

Antwoord 5.

  • Door een goed functionerend beheerproces (het totaal van inspecties, meldingen, onderhoud, veiligheidsmaatregelen en claimafhandeling) en een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering zijn de claimrisico’s voor Breda voldoende gedekt.
Gepubliceerd op 16-01-2013 - Laatst gewijzigd op 22-11-2018